'Mag niet meer op de ladder van mijn vrouw'

'Mag niet meer op de ladder van mijn vrouw'

woensdag 06 november 2019

Als je praat over de vrijwilligers bij HV KRAS/Volendam kom je al snel uit bij Jan ‘De Brak’ Kwakman. Jan heeft in zijn jonge jaren gevoetbald als keeper bij FC Volendam en toen hij zijn actieve loopbaan als keeper staakte, bleef hij toch betrokken bij de sport. Omdat Jan verkering kreeg en trouwde met zijn huidige vrouw Lies de Brak, verruilde hij het voetbal met handbal waar zijn vrouw speelde. Daar werd hij meer dan vijftig jaar geleden vrijwilliger en is dit nog steeds.

Nadat Jan kort daarvoor als vrijwilliger bij HV KRAS/Volendam was aangetreden, stapte plotseling de trainer van de Heren 1 op en was op korte termijn een nieuwe oefenmeester nodig. Het oog van het toenmalige bestuur viel op Jan en aan hem werd gevraagd of hij trainer wilde worden. Jan antwoordde verbaasd: “Maar ik heb nul verstand van handbal.” Dat hoefde geen enkel probleem te zijn. Jan ging op cursus en leerde alles over de handbalsport en het trainen van handballers. Het gevolg was dat Jan tien jaar lang  het eerste herenteam trainde, maar daarnaast ook Dames 2 en waar nodig de junioren.

Juiste kleding
Nadat hij te oud werd voor het geven van trainingen bleef hij HV KRAS/Volendam als vrijwilliger trouw. Hij werd teambegeleider van de heren 1 en nog altijd zorgt er voor dat op tijd de juiste kleding klaar ligt als ze moeten spelen. Dat lijkt vrij simpel, maar is het bepaald niet. Spelers denken dat je dan alles weet van hun kleding en voor alles kunt zorgen. “Maar je doet je best. Ook als je op vrijdag nog een shirt moet versieren voor een speler die zaterdag onverwachts in het eerste mag spelen.”

Ook maakt Jan wekelijks de bidons van de heren 1 schoon.  Samen met zijn vrouw zorgt hij er voor dat de heren voor de wedstrijd water of een drankje en wat te eten krijgen voor de wedstrijd. Dat betekent onder andere broodjes en fruit snijden. Na de wedstrijd neemt Jan de kleding en gebruikte handdoeken mee, die zijn vrouw dan weer wast. Niet onbelangrijk is dat Jan er altijd op let dat alles wat na een uitwedstrijd weer mee terug moet naar Volendam, ook daadwerkelijk in de bus terechtkomt. Hij lijkt  in deze zijn spelers niet al teveel te vertrouwen.

Bij uitwedstrijden vergezelt Jan het eerste team altijd naar hun wedstrijden, ook als deze in het buitenland worden gespeeld en zit hij bij zijn spelers op de bank. “Wat er ook gebeurt, ik blijf een supporter in hart en nieren!” 

Niet meer op de ladder
Last but not least is hij al jaren lid van de zogenaamde bordenploeg, eerst als leider, nu als lid. Deze ploeg is verantwoordelijk voor het onderhoud en ophangen van de reclameborden en clubvlaggen en ze zetten de tribunes klaar voor gebruik. Na afloop ruimen de medewerkers van de ploeg alles weer op.

Nu Jan tegen de tachtig loopt, is hij al wel wat aan het afbouwen. “Ik mag niet meer op de ladder van mijn vrouw.” Daarom heeft hij zijn kleinzoon gevraagd dit voor hem te doen. De kleinzoon is inmiddels in zijn voetsporen getreden.

Vroeger was Jan een trainer. Nu wordt hij zelf getraind om de regels van OldStars Walking Handball onder de knie te krijgen. Deze sport die is ontwikkeld voor oudere mensen, het bevalt hem uitstekend.