De zorg in Nederland begint langzaam maar zeker wat ademruimte te krijgen. Het aantal corona-opnamen in de intensive care neemt steeds verder af en ontstaat een voorzichtig gevoel van positiviteit. Jeroen Roefs is werkzaam bij Stichting CarMar – een zorgtehuis voor mensen met een visuele of verstandelijke beperking – en maakt alle ontwikkelingen van dichtbij mee.
Het coronavirus heeft Stichting CarMar vooralsnog met rust gelaten. “Gelukkig maar”, vertelt de cirkelloper van KRAS/Volendam. “We hebben geen zieken in het tehuis en zelf voel ik me ook goed. Ik ben blij dat we ons hier tot nu toe buiten hebben kunnen houden en hoop natuurlijk ook dat dit zo blijft.”
De benodigde zorg voor de bewoners is vooralsnog niet veel zwaarder geworden. “We houden ons zo goed mogelijk aan alle regels. Ook hebben een aantal ouders hun kind weer naar huis gehaald om samen te kunnen zijn in deze moeilijke tijden.”
Moeilijk uitleggen
Hoewel het personeel en de bewoners van het tehuis zoveel mogelijk binnen blijven worden er regelmatig activiteiten georganiseerd. “We letten daarbij scherp op de onderlinge afstanden. Dat is soms best moeilijk uit te leggen aan de bewoners, maar het lukt ons doorgaans wel om ze voldoende uit elkaar te houden. Ook voor mijzelf is het soms wat ongemakkelijk om hen niet op de normale manier te kunnen benaderen. Het moet letterlijk wat afstandiger.”
“En dat is lastig”, vervolgt Roefs. “Ook hun ouders mogen geen fysiek contact maken. Ze komen regelmatig langs, maar moeten buiten blijven staan en minstens anderhalve meter afstand houden. Dat valt zowel de ouders als de kinderen zwaar. Vooral omdat het de kinderen niet makkelijk uit te leggen is waarom alles opeens anders moet dan zij gewend zijn.”
De ouders verdienen volgens Roefs dan ook een groot compliment. “Het is knap hoe zij zich in deze moeilijke tijd inzetten en meeleven. Waar mogelijk helpen ze mee en zorgen ze steeds voor kleine verrassingen. Met Pasen waren er bijvoorbeeld plotseling allerlei paaseitjes en snoepjes gebracht door een aantal families. Het is een klein gebaar, maar het doet de bewoners en ook het personeel ontzettend goed.”
Meer tijd
Hoewel de coronamaatregelen veel problemen met zich meebrengen, zorgt het ook voor iets positiefs. “Wij kunnen als verzorgers meer tijd met de bewoners doorbrengen dan gebruikelijk. We proberen de hele dag leuke activiteiten te organiseren en hen aan iets anders te laten denken. We groeien daardoor meer naar elkaar toe. Maar ondanks dat hadden we deze situatie natuurlijk allemaal graag anders gezien.”
Ook maakt Roefs lange dagen bij Stichting CarMar. “Ik werk momenteel met een rooster waarbij ik twaalf uur achter elkaar moet werken. Dat is zwaar en eerlijk gezegd ben ik na mijn dienst ook helemaal kapot. Maar na een paar vrije dagen hoop ik er toch gewoon weer te staan.”
Foto: Fred Mol