Begonnen in Monnickendam
Één van de gezinnen die met hart en ziel betrokken zijn of zijn geweest bij HV KRAS/Volendam, is de familie Bosch uit Monnickendam. Behalve vader Cees, die zich wat afzijdig houdt, zijn moeder Monica en haar vier dochters nog actief of actief geweest bij de vereniging.
Op de vraag hoe dat zo is gekomen begint moeder Monica enthousiast te vertellen. “Dat is eigenlijk door mij gekomen. Mijn oudste dochter Naomi had haar zwemdiploma gehaald en zoals beloofd, mocht ze daarna een sport uitkiezen die ze zou willen gaan doen. Het toeval wilde dat ik toen op het schoolplein Joan Scherpenzeel tegenkwam, die zei dat Naomi, als ze dat wilde, best een keer op een handbaltraining mocht komen kijken. Dit gebeurde en de toen zesjarige Naomi vond het geweldig en is gaan handballen bij handbalvereniging Monnickendam.”
”Daar heb ik elf jaar gespeeld, waarna ik met de hele familie ben overgestapt naar HV KRAS/Volendam,” gaat Naomi verder. Daar werd Naomi behalve speelster ook vrijwilligster en stond ze regelmatig in de kantine van de club.” Ze kreeg verkering en door liefde geleid verhuisde ze later naar Soest. De afstand bleek toch te ver om bij Volendam te blijven trainen en spelen en ze hing haar handbalschoenen aan de spreekwoordelijke wilgen.
Handballende moeder
Wat niet veel mensen zullen weten, is dat Monica ook zelf heeft gehandbald. “Jazeker, ik was al wel zestien jaar toen ik met handbal in aanraking kwam en na twee jaar ben ik al weer gestopt.” Maar gaat ze verder: “Toen Naomi en later ook mijn dochter Kaneesha gingen handballen, begon het ook bij mijzelf weer te kriebelen. Ik ben toen weer gaan handballen bij Dames 3 in Monnickendam. Dit heb ik toen nog jaren gedaan en mijn tweelingdochters Cheonah en Deliciah, die toen in die tijd werden geboren, gingen vaak met me mee om me vanaf de zijlijn te zien spelen. Die kregen als het ware handbal met de paplepel ingegoten.” “Het was daarom ook niet verwonderlijk dat we beiden al op jonge leeftijd ook gingen handballen,” beaamt de tweeling het verhaal van hun moeder.
Met de spelersbus mee
Net als hun oudere zussen begon ook de tweeling behalve handballen, vrijwilligerswerk te doen. Anders dan haar zussen, stond Deliciah niet in de kantine, maar waren zij en zus Chenoah dweilmeisjes. Bij iedere thuis- maar ook uitwedstrijd van de Heren 1 waren zij tijdens het spelen actief met het schoonhouden van de speelvloer. Iedere oneffenheid in de vloer, die kon leiden tot een spelnadeel, werd jarenlang door de beide dames vakkundig opgeruimd. Omdat ze dweilmeisje waren, mocht de tweeling mee naar uitwedstrijden. “Als jonge meiden vonden wij het vooral ook heel leuk om met de spelersbus mee te mogen,” verklapt de tweeling veelbetekenend lachend.
Deliciah tijdelijk uit de running
Een van de tweeling is enige tijd geleden ziek geweest. Hoe is het nu met haar? “Ja, dat klopt,” antwoordt moeder Monica. “Twee jaar terug kreeg Deliciah last van enorme pijn aan de zijkant van haar buik.'' “De huisarts heeft mij nagekeken,” vervolgt Deliciah “en nadat ik hem had verteld welke klachten ik had, vermoedde hij dat ik een acnes syndroom had. Dat is een beknelde zenuw in de buikwand. Gelijk werd ik doorverwezen naar het ziekenhuis, waar ik twee keer een pijnblokkade kreeg, die geen van beide resultaat hadden. Het Boven-IJ ziekenhuis niet wilde opereren, waarna ik naar een ander ziekenhuis ben gegaan dat gespecialieerd is in het acnes syndroom. Daar ben ik afgelopen juli geopereerd en ik moet zeggen dat de missie is geslaagd. Na de operatie heb ik nog een of twee keer kunnen trainen, toen volgde de tweede lock-down. Trainen mocht niet meer, maar mede ten gevolge van de lock down heb ik wel mijn rust genomen. Ik mag nu weer gewoon handballen en zal wel zien hoe het gaat als het weer mag.”
Stiekem blij met lock down
Op een vraag terzake vertelt Monica dat ze in eerste instantie eigenlijk stiekem blij was met de lock down . “We konden als gezin weer thuis samen eten, iets dat daarvoor regelmatig niet kon omdat mijn leven bestond uit werken bij een benzinestation, daarna gelijk door naar de Opperdam om daar twee keer per week eten te koken voor de Heren 1 en op de andere dagen wel om mijn dochters naar hun training te brengen, de training te volgen en ze dan weer naar huis te rijden. Het eten koken voor ‘mijn jongens’ vond ik trouwens super om te doen. Je leert de spelers en hun trainers ook beter kennen. Ik denk daarbij dat ze mijn eten ook lekker vonden en ik gaf ze ook altijd een toetje. Dat wilden ze graag. Dat ontlokte Kees Zwarthoed vaak de uitspraak dat ik ze niet zo moest verwennen, maar ach, ze waren er zó gek op.”
Nu mis ik de vereniging wel
Zij gaat verder “Tijdens de lock downperiodes hoefde ik niet meer op en neer naar Volendam, konden we samen eten en kwamen de verhalen los, maar ook het mopperen, haha. Het moeten was weg en in eerste instantie vond ik het heerlijk om thuis te zijn. Ik heb toen tegen Angelique de Groot gezegd dat ik het eten koken niet miste (de jongens wel hoor) en liever ook niet meer zou doen na de lock down. Vanaf toen wilde ik alleen nog kantinewerk doen dat ik ook leuk vind. Dat was bijvoorbeeld op donderdagavond een broodmaaltijd klaarmaken voor de heren 1 of achter de bar staan tijdens wedstrijden. Dit duurde maar kort omdat al snel na heropening van de kantine de tweede lock down werd afgekondigd. Nu beginnen we allemaal de handbal en de mensen wel te missen. Het ff aanlopen in de kantine, kletsen met iedereen, wedstrijden en de kantine. Het duurt allemaal zo lang!”
Midden in de lock down een baby
De oudste dochter Bosch is Naomi. Zij kreeg midden in de eerste lock down een zoon en Monica werd dus oma. Hoe was dat om in die sobere periode een kind te krijgen? Monica begint te vertellen: “De geboorte van Joe is de mooiste en meest bijzondere ervaring die ik heb gehad. Er waren in deze tijd wel regels die alles anders maakten.” Monica en haar man Cees, maar ook de schoonouders van Naomi mochten niet in het ziekenhuis komen. Pas toen het jonge stel met Joe naar huis kwam, zagen ze voor het eerst hun kleinzoon. Deze aanraken mocht alleen nadat ze waren gedoucht en schone kleding hadden aangetrokken. Broers en zusters mochten toen nog helemaal niet op bezoek. “Naomi gaat verder “enerzijds was het wel lekker rustig dat er geen drukte was in verband met visites. Ik kon daardoor beter herstellen en Nick en ik hadden heerlijk de tijd om met z’n drietjes te wennen aan de nieuwe situatie. Anderzijds is het natuurlijk vervelend dat je je zoontje niet kunt laten zien aan je familie en je vrienden. Dat is heel geleidelijk aan gegaan.”
Desgevraagd vertelt Monica dat het heel bijzonder is als je dochter een baby krijgt. “Het gevoel dat je opa en oma bent geworden is zoiets speciaals, zo’n mooi gevoel dat je niet kunt omschrijven. Gelukkig is Naomi goed hersteld en kan ik als trotse moeder zien hoe zij, Nick en de kleine Joe genieten.” Uiteraard was de komst van Joe ook voor de tweeling bijzonder en emotioneel. Zij vinden het geweldig dat Joe er is en voelen zich trotse tantes.
Zeg nooit nooit
Dochter Kaneesha die voorheen ook handbalde en als vrijwilliger actief was in de kantine en als scheidsrechter is helaas enige tijd geleden gestopt met haar activiteiten voor HV KRAS. Ze geeft aan niet meer terug te komen als speelster en/of vrijwilligster. “Uiteraard kom ik nog wel naar mijn zusjes kijken en ongetwijfeld ook sommige wedstrijden van andere teams, maar zelf spelen of fluiten zit er niet meer in. Alhoewel, zeg nooit nooit.”
Veel te druk
Vader Cees, de enige man binnen het gezin Bosch, bezoekt wel de wedstrijden van zijn twee dochters Chenoah en Deliciah, als hij kan tenminste. Want ook hij werkt net als Monica in een tankstation en heeft verschillende diensten. “Maar,” vertelt Monica, “bezoek aan de hoogste teams is niet zijn ding. Hij vindt het dan veel te druk, vooral in de kantine.” “Ga jij maar lekker heen, Moon. Ik blijf lekker thuis, hi,hi!”
Tenslotte wil Monica iedereen bij de handbal nog even groeten. “Stay safe en hopelijk tot snel.”