Oploopkinderen en coach
Op de vraag hoe de familie de Groot van ‘Occasioncentrum de Groot’ bij HV KRAS/Volendam terecht is gekomen, antwoordt moeder Angelique dat zoon Martijn na een ernstige ziekte weer mocht sporten en toen na een korte voetbalperiode definitief voor handbal koos. ‘Dat is nu zo’n veertien jaar geleden. Dan ga je uiteraard weleens kijken naar een training of naar een wedstrijd van je zoon. Toen merkte ik dat er bestveel werk te doen is binnen een sportvereniging en dan rol je er als het ware in. Ik ben destijds door Monique Jooringewerkt als begeleidster van de zogenaamde oploopkinderen. Door het contact met Monique werden wij samen de coaches van een jeugdteam. Wij reden met een busje met negen kinderen naar en van hun uitwedstrijden. Een hartstikke leuke tijd.’
Vanzelf krijg je hart voor de club
Angelique vervolgt: ‘Later was ik met de moeder van Monique kantinemedewerkster en stonden we samen bij de heren 1 wedstrijden in de businessclub van de Opperdam. Datwas weer heel wat anders dan coachen, maar op zo’n manier leer je de club steeds beter kennen. Ik ben de kantine eigenlijk altijd trouw gebleven en heb er enkele jaren geleden zelfs mijn werk van gemaakt. Nu heb ik de leiding over de kantine en ben ik beheerder van de hele Opperdam tijdens het weekeinde en in de avonden. In een kantine ontmoet je veel mensen en dan raak je weleens aan de praat en hoor je van alles. Je gaat je erg betrokken voelen bij het wel en wee van de club, de spelers, mensen van de staf en overige vrijwilligers. Je krijgt echt hart voor de vereniging en de betrokkenen daarin. Daar hoef je eigenlijk niets voor te doen, dat gaat vanzelf.’
Maar jullie als gezin hebben wel een groot hart voor de club.
‘Dat groeit zo,’ gaat Angelique verder ‘je hebt het gevoel dat je opgenomen wordt in een grote, liefdevolle familie. Mijn man Michael en ik weten zeker dat als Martijn tijdens zijn kanker al had gehandbald, wij veel steun zouden hebben bij en van de club. De familie, die HV KRAS heet, trekt met elkaar op in zowel moeilijke als in meer makkelijke periodes. Dat maakt het voor ons gezin normaal om wat terug te doen.’
Jullie zijn ook sponsor toch?
‘Ja,’ neemt Michael het woord, ‘samen met mijn vrouw Angelique run ik een garagebedrijf en kopen en verkopen we occasions. Gelukkig hebben we de mogelijkheid om te sponsoren. Aan het onderhoud van het handbal wagenpark hoef ik niets te verdienen. En als een speler of trainer even zonder auto zit, hebben wij er meestal nog wel eentje staan voor tijdelijk gebruik,’ besluit Michael. Angelique vult aan zij allebei hetzelfde over denken bij dit soort zaken. ‘Het ondersteunen van anderen zit een beetje in onze genen, eigenlijk hebben we daar geen verklaring voor.’
Altijd bereid te helpen
Dit bleek ook toen Siem Admiraal, de man achter de jaarlijkse rommelmarkt, op veel te jonge leeftijd overleed en een lege plek achterliet in de organisatie. Na korte tijd kwam Michael de Groot het “rommelmarkt-team” ondersteunen. ‘Waarom niet?’ vraagt Michael hij zich hardop af. ‘Ik heb de middelen om spullen bij mensen op te halen en als het zogenaamde rommelmarkthok van de vereniging vol raakt, kan ik in de garage nog wel wat spullen bergen.’ Wat Michael hier niet bij vertelt, is dat zelfs zijn medewerker Dirk Rijper zich af en toe inzet voor de rommelmarkt.
Ook zoon Martijn vrijwilliger
Inmiddels is zoon Martijn al enige tijd meer dan alleen een speler van het tweede team. Naast jeugdcoach traint hij nu de B-jeugd en soms zelfs de B en C- jeugd samen. Maar dat is niet zijn enige taak binnen de handbal. Door de week houdt hij de administratie van het autopark van de handbal bij. ‘Wie neemt een auto mee? Tot wanneer? Waarom? Komen ze in goede staat terug? Dat soort dingen.’ vertelt Martijn. Zoon Jasper is nu nog te druk met zijn studie en handballen om ook nog vrijwilligerswerk te gaan doen. ‘Als er activiteiten voor kinderen in de kantine zijn, helpt hij weleens mee aan de bar. Het begin is er dus al een beetje.’ lacht Angelique.
Hoe is het met jullie nu de activiteiten in de Opperdam veel minder zijn dan anders en de kantine zelfs helemaal is gesloten?
‘Het is voor mij een vreemde periode,’ begint Angelique, ‘de kantine is dicht, maar er zijn nog wel trainingen.’ Ik ben nog steeds vaak in de kantine aanwezig, maar niet om mensen in de kantine te ontvangen. Er moet natuurlijk wel een beheerder aanwezig zijn voor noodgevallen. Meestal ontmoet ik tijdens de uren dat ik aanwezig ben, helemaal niemand. Ik kan je zeggen dat het leuker werken is met drukte dan dat er helemaal niemand komt. Hopelijk is deze vreemde tijd snel over, want ook privé is er weinig aan. Vakanties gaan niet door, geen feestjes, je kunt bijna nergens meer heen.”
Wanneer we weer live mogen draaien zijn wij altijd opzoek naar mensen die ons komen helpen. Lijkt het je leuk? Neem dan contact met ons op.