Jong BodyResults/Volendam zette met een 34-26 zege op Havas een belangrijke stap naar handhaving in de Eredivisie. Het verschil tussen de Volendamse beloften en Olympia’89/DOS’80 – de nummer voorlaatst van de competitie – is opgelopen tot zeven punten. KRAS/Volendam sprak aanvoerder Diego Jacobs over de ontwikkelingen rond het team.
Hoe vond je de afgelopen wedstrijd gaan?
“We hebben gewonnen, dus daar mogen we blij mee zijn. Het ging in het begin alleen erg stroef, maar we hebben de wedstrijd naar ons hand gezet.”
Jullie hebben inmiddels nog maar vier wedstrijden te gaan. Hoe kijk jij terug op het huidige seizoen?
“We begonnen erg goed met onder meer een gelijkspel tegen BFC en een zege op Quintus. Daar mogen we niet over klagen. Helaas kende het team niet veel later een domper met het uitvallen van Mike Peerdeman. Daarna volgden nog een aantal blessuregevallen, waardoor de sterke samenstelling een beetje werd verstoord. Dat is ook een van de redenen dat we daarna een reeks wedstrijden op rij verloren."
Toch ziet het er naar uit dat jullie je gaan handhaven. Wat is jouw visie op hoe belangrijk dit is voor het team en de club?
“Het is vooral heel goed voor de ontwikkeling van spelers om op een zo hoog mogelijk niveau te spelen. Hoe meer weerstand zij krijgen, hoe sterker de groeicyclus wordt. Daar kunnen zij op den duur een stap omhoog mee zetten."
Wat verwacht je van de komende wedstrijden?
“We krijgen te maken met sterke ploegen. Komend weekend spelen we tegen WHC-Hercules, dat drie plekken boven ons staat. We zijn zeker niet kansloos tegen dit soort tegenstanders en ik verwacht ook dat wij zelf nog punten gaan pakken.”
Hebben jullie nog specifieke doelen voor de rest van het seizoen?
“Handhaven in de Eredivisie was vanaf het begin de primaire doelstelling. Die hebben we inmiddels zo goed als gehaald. Nu willen we het seizoen vooral met veel plezier en een goed gevoel afsluiten. We gaan proberen goed te rouleren zodat iedereen de kans krijgt om te spelen, maar tegelijk willen we onze beste kant laten zien in de nacompetitie.”
Foto: Arjen van Wieringen