Ze hadden hem al eerder in de oude kom van Volendam zien lopen, als hij zijn hond uitliet. ,,Maar na de recent gewonnen bekerfinale werd ik tijdens het wandelen gefeliciteerd door mensen, dat was héél mooi”, zegt Jordy Baijens. Zijn wieg stond 27 jaar geleden in Rotterdam, maar reeds op negentienjarige leeftijd verkaste hij naar en vestigde hij zich in Volendam, om zijn handbaldroom na te jagen. Toen hij hier kwam, zat zijn twee jaar jongere broertje Dani al bij KRAS/Volendam en die besteeg naderhand als speler in de Duitse Bundesliga en het Nederlands team al de wereldladder van het handbal. Jordy is blijven hangen. ,,Ik heb het hier naar mijn zin.” En hij speelt EK’s in het zand, als beachhandballer. Met KRAS/Volendam hoopt hij op het toetje en dat kreeg hij. ,,We zijn niet kansloos tegen Lions.”
Hij volgde zoals gezegd het spoor van zijn broer. ,,Wat me trok was de professionaliteit en de mogelijkheden van en bij de club KRAS/Volendam. Ik trof een heel andere situatie aan dan nu het geval is; veel oudere jongens zaten in de selectie, ik was zelf nog een jonkie. Toen ik kwam, verloren we de finale van Lions, over drie wedstrijden. Ik heb destijds nog met onze huidige trainer, Geert Hinskens, samen gespeeld en Gerrie Eijlers kwam terug uit de Duitse Bundesliga. Een nieuwe generatie was in opkomst.”
,,Ik had wel de ambitie om een stap omhoog te maken, maar dat is er nooit van gekomen. Ik zou het nog steeds leuk vinden, maar dan moet wel de juiste club komen, anders blijf ik lekker hier zitten. Ik ben één keer in Duitsland op proef geweest, maar toen brak corona uit en daarna had de betreffende club niet de mogelijkheid om iets te doen. Enerzijds zit ik hier prima op mijn plek en bevalt het heel goed, anderzijds ben ik wel benieuwd hoe het geweest zou zijn in het buitenland.” In 2017 zat hij al bij het Nederlands team. ,,In een buitenlandse competitie had ik meer stappen kunnen maken. Hier groei je door tot een van de betere spelers en ‘daar’ begin je als een van de mindere en kun je je aan anderen optrekken, dat is goed voor je ontwikkeling.” Broer Dani zat onder meer bij Flensburg, Lemgo, Ahlen-Hamm en inmiddels bij HSV Hamburg. ,,Ik heb wel eens gekscherend tegen hem gezegd of hij misschien proberen mij mee te laten trainen ergens, maar dat is niet hoe het werkt”, lacht de oudste van de twee.
Dani vertoeft inmiddels zes jaar in het buitenland. ,,We zien elkaar niet heel vaak, maar proberen wel wekelijks te bellen. Je went aan de situatie zoals die is. Dit seizoen ben ik twee keer geweest, maar heb ik hem op plekken gezien die dichterbij waren – bijvoorbeeld tegen zijn oude club Lemgo – dan Hamburg. Dat is de keerzijde van allebei handballen op hoog niveau en die afstanden.” Zijn broer maakte het laatste jaar een stormachtige ontwikkeling door en vormt samen met Luc Steins (Paris St. Germain) en Kay Smits (SC Magdeburg) qua lengte de kleinste opbouwrij op EK’s en WK’s, maar behoort inmiddels wel tot de wereldtop.
Dani Baijens is supersnel in de break. ,,Hij is wel rap hè. Of hij sneller is? Denk dat ik het nog wel win, maar hij is wel een stukje sterker. Wat betreft de wedstrijden van de Bundesliga, die zitten achter een betaalmuur, dus daarvan kan ik niet veel live kijken. Maar hoe het met het Nederlands team gaat en Dani het daar doet, dat vind ik echt super. Hij speelt daarin als linkeropbouwer en niet eens op zijn eigen positie, maar heeft zó’n groei doorgemaakt. Dat geldt voor alle jongens. Ze hebben het handbalspel verandert, in plaats van alles op kracht, gaat het meer op snelheid. Mooi om te zien als klein land; een land om rekening mee te houden door dat andere spel.”
Jordy zei laatst al ‘wel handig, zo’n broer in de Bundesliga’. ,,Hij geeft tips, nu we op dezelfde positie spelen. En dan zegt hij ook wel eens: ‘waarom doe je dat?’ Geen idee, ik doe ook maar wat. Dat is mijn kracht, maar ook mijn valkuil, dat ik doe wat in me opkomt. Dan ziet het er soms heel stom uit. Dani geeft onder meer aan dat ik soms wat meer rust moet bewaren.”
Positiewisseling
Jordy speelde al eens eerder – kort – als opbouwer. ,,Toen viel ik in voor Geert in de tijd dat hij geblesseerd raakte. Maar bij het Nederlands team werd ik opgeroepen als hoekspeler, dus dan blijf je daar. Voor dit seizoen heb ik gesproken met Geert, toen hij hier trainer werd. Ik wilde wel een andere positie en hij had met José Pocas een nieuwe linkerhoek gehaald. Ik kon de strijd met hem aangaan, maar wilde dat gevecht ook wel aangaan met de andere opbouwers. Geert stond daar open voor.” Met het vroegtijdige vertrek van Zlatko Pavicevic tijdens het seizoen én de langdurige blessure van Oskar Scholl was de positiewisseling van Baijens een zeer welkome.
Door al de vele wisselingen van de zomer en de weggevallen spelers tijdens het seizoen waren de verwachtingen getemperd. ,,Deze twee finales hadden we echt niet verwacht. Maar we hebben echt wel een goed team en goede spelers. Het zat niet echt mee, maar we zijn naar elkaar toegegroeid. Dat misten we de afgelopen jaren, toen hielden sommige jongens zich wat meer afzijdig. Nu wonen alle spelers van buiten het dorp ook in Volendam en heerst er veel meer teamgevoel. Dat is de kracht.”
Een paar weken geleden verloor Volendam nog kansloos van Aalsmeer (21-33). ,,De tweede helft was ongekend, zo slecht; niks lukte meer bij ons en bij de tegenstander lukte alles. Ik liet me ook meeslepen, kreeg tijdstraffen en ging van afstand schieten, waar niet mijn kracht ligt. Tegen Lions kregen we de kans om alsnog de finale om de landstitel te halen, toen zij spelers op de bank zetten in de tweede helft. Dat hebben we gedaan. Ze hadden kennelijk liever ons als tegenstander in die finale: aan ons om te bewijzen dat het een slechte keuze was. Dat zou wel de ultieme kroon zijn op het seizoen. Niemand hield meer rekening met ons, het was al verrassend dat we de bekerfinale haalden. Dan die ook nog winnen en óók nog deze finale halen. Als alles op zijn plek zou vallen deze weken, dat zou fantastisch zijn. En dan na al die jaren weer een ritje in de bus door Volendam…”, dagdroomt hij hardop. ,,Vorig jaar werd de FC tweede en werd in de haven ontvangen, dan wil ik wel weten wat wij krijgen als we landskampioen worden”, zegt hij met een knipoog.
In het Noordhollands Dagblad werd hij onlangs ‘de Volendammer’ genoemd. Lachend: ,,Ik voel me hier thuis. En die dag na de gewonnen bekerfinale, dat was wel een euforisch moment en grappig, dan merk je tevens dat het een beetje leeft, het handbal. Je hebt het gevoel dat het minder is omdat ‘de voetbal’ succes heeft. En voorheen had je de lokale jongens die handbalsucces genereerden, die waren bekend. Misschien komt zo’n generatie ooit weer.”
De handballer werkt op de achtergrond voor de club, als commercieel medewerker. ,,Deze weken ben ik onder meer bezig met de led boarding – het komt live op tv – de speciale vloer.” Hij rondde eerder een studie af tot podoloog. ,,Daar heb ik nog niks mee gedaan”, zegt Jordy, wiens eigen voeten het dagelijks zwaar te verduren hebben. Als handballer wurmt hij zich als een slangenmens langs tegenstanders, zet zijn voeten op bijzondere wijze op de vloer en wordt nogal eens hardhandig opgevangen of klapt zo op de vloer. ,,Mijn voeten staan niet helemaal anatomisch correct, worden al overbelast en mijn manier van spelen maakt dat ze het extra te verduren krijgen. Maar het werkt wel in de Nederlandse competitie.”
Hij speelt tevens op een wat zachtere ondergrond voor het Nederlands team. Onlangs was hij met Oranje op het EK Beachhandbal. ,,Dat doe ik al een jaar of tien, da’s weer een andere manier van bewegen, zo kun je fit blijven.” Zijn vader is de bondscoach. ,,Als Oranje gaan we gestaag vooruit, we misten dit keer op een haar na de groepsfase, omdat er een buikvirus rondging, dat was heel erg balen.”
Een week later, afgelopen zondag, stond hij in Sittard, in zijn eerste grote finale wat betreft de positie van opbouwer. En bleek moeilijk te houden voor de Lionsverdediging. ,,We hebben het aan onszelf te wijten dat we niet hebben gewonnen, maar we kregen veel – vaak onterechte – tijdstraffen tegen en dat maakte het chaotisch voor ons. Aan de andere kant werd ik omver gegooid en dan volgt een lichte straf, dat klopte niet. Zij waren voorafgaand favoriet, maar wij hebben laten zien dat we zeker een kans hebben. Voor veel jongens waren de bekerfinale en deze eerste wedstrijd de eerste echte ervaring van het spelen van een finale. Dan ga je met een ander gevoel erin, je hebt al een keer meegemaakt dat er duizend gekken staan te schreeuwen. Dat moet de jonge jongens gaan helpen.”
Foto: clubfotograaf John Loch