Een van de spelers die dit seizoen deel is gaan uitmaken van het eerste herenteam van HV KRAS/Volendam is de 23-jarige Ognjen Lekovic. Omdat zijn voornaam voor Nederlanders wat moeilijk is uit te spreken, kreeg hij binnen de club al snel de naam ‘Oggy’.
Drieduizend toeschouwers of meer
Hij vertelt dat hij op zijn tiende jaar is gaan handballen bij de plaatselijke club HC Rodar in Montenegro. Daarna speelde hij nog een jaar bij het Montenegrijnse HC Partizan om vervolgens naar Macedonië te vertrekken. “Daar heb ik gespeeld in het eerste team van Pelister. Bij een thuiswedstrijd kwamen meestal drieduizend of meer toeschouwers kijken. De spelers in Betola, de thuisbasis van Pelister, werden beschouwd als een soort held. Ik werd herkend op straat en kreeg in diverse winkels en horecabedrijven korting als ik daar wat kocht,” besluit hij lachend.”
Snelheid of kracht?
Op de vraag of Oggy verschillen ziet tussen het handbalspel in de Balkanlanden en het westerse spel zoals dat ook in Nederland wordt gespeeld heeft hij een duidelijk antwoord. De snelheid van het spel is in Nederland beduidend belangrijker en hoger dan bij de ploegen in de Balkan. Daar gaat het veel meer om het fysieke aspect van het spel. “Daarom voel ik me hier beter op mijn plaats. Ik ben niet zo fysiek ingesteld en moet het meer hebben van mijn snelheid. Ik hoop dat hier nog meer te kunnen ontwikkelen,” aldus Lekovic.
Moeilijke communicatie
Hoe ervaart Oggy Volendam en de Volendammers? “In het begin vond ik het moeilijk. Dat kwam niet door Volendam of haar bewoners. Ik sprak geen woord Nederlands en maar een paar woordjes Engels. Af en toe kon ik een gesprekje in mijn moedertaal voeren met Bozidar Zorko, een trainer die uit Slovenië komt. Verder communiceerde ik via de telefoon. Ik typte iets in het Servisch en dan werd het vertaald in het Engels. Het antwoord kwam in het Engels en kon ik vertalen naar het Servisch. De conversatie wordt hierdoor vaak beperkt tot het hoognodige. Wel had ik iedere dag contact met mijn ouders, mijn zusje en haar nog jonge kind. Dat contact heb ik overigens nog steeds. Daar kan ik al mijn emoties mee delen.”
Engelse les
“Nu volg ik via internet al een tijdje Engelse les van een leraar Engels in Montenegro. Twee keer per week heb ik les en voor de rest moet ik huiswerk maken. En ik houd van films kijken. Dat is ook goed voor mijn taalontwikkeling. Dan wordt het toch steeds makkelijker om te communiceren.” Oggy vertelt verder dat hij de mensen binnen de vereniging, maar ook de mensen in het dorp hartelijk en meelevend vindt. “Vooral als ze horen dat ik een buitenlandse handballer ben bij HV KRAS/Volendam. Dat is best wel leuk.“
Misschien nog een baantje
Ten slotte legt Oggy uit dat hij best een baantje zou willen hebben voor de ochtenden. “Ik heb nu best veel vrije tijd en daarom loop ik heel veel door het dorp. De club onderzoekt nu bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst of ik naast mijn baan als speler misschien ook mag werken bij een andere werkgever. Ik hoop dat dat lukt.”
Tekst: Handbal Volendam / Jaap Buijs
Foto: Fred Mol