Linkshandig, bijzonder technisch en het inzicht om verder te kijken dan alleen de ruimte tussen de twee doelpalen. De ingrediënten om uit te groeien tot professioneel handballer in een Europese topcompetitie zijn aanwezig. Niet voor niets maakte Geert Hinskens (27) al op zeventienjarige leeftijd zijn debuut voor het Nederlands team. Tegen wil en dank blijft één aspect de vriendelijke Limburger altijd achtervolgen. Zijn fysiek weerhield hem zijn handbaldroom na te jagen. Eerst waren het de twee kruisbandblessures, later het gevecht tegen de stempel van een topsporter met overgewicht. Zijn forse postuur zal waarschijnlijk nooit helemaal verdwijnen, maar Hinskens wil voor eens en altijd afrekenen met de vooroordelen. “Natuurlijk is de wedstrijd het meetmoment en dan mag er kritiek zijn, maar de zeven loodzware trainingen in de week zien de mensen niet.”
Gooi er per wedstrijd tien ballen in en niemand heeft het over randzaken. Prima handballer, zegt men dan. Maar zit het sportief even tegen, dan wordt al snel gewezen en geoordeeld. Hinskens kan erover meepraten. Zijn prestatiecurve is er al drie seizoenenlang een met ups en downs. “Vorig seizoen speelde ik mijn beste handbal”, begint de rechteropbouwer. “Ik schoot er wekelijks minimaal tien in. Het team draaide wel minder, maar op persoonlijk vlak ging het lekker. Dan hoor je weinig kritieken van de mensen op de tribune over dat ik niet het lichaam van een topsporter heb. Maar gaat het minder, zoals bijvoorbeeld in de afgelopen maanden, dan is dat het eerste waar mensen naar wijzen. Dat ik niet voor de sport leef en liever lui dan moe ben. Natuurlijk probeer je je daarvoor af te sluiten, maar het laat je niet helemaal koud. Mijn vriendin hoort op de tribune soms de lelijkste dingen.”
Hinskens is de eerste die in spiegel kijkt. “Laat ik vooropstellen dat mensen alle recht hebben om kritisch te zijn op mijn spel. Dat ben ik zelf ook. Deels is de kritiek terecht. In de drie seizoenen dat ik nu voor KRAS/Volendam speel, had ik nog belangrijker willen zijn voor het team. Maar dat wij zeven keer per week keihard trainen dat zien de mensen niet en nemen zij niet mee in hun oordeel.”
Het medische team van KRAS/Volendam doet er alles aan om Hinskens structureel op een gewenst gewicht te krijgen. De specialisten staan voor een raadsel. “De laatste weken gaat het beter. Krachttrainer Michel Snoek en voedingsdeskundige Rosan Slotboom helpen mij om langzaam naar een streefgewicht toe te werken. Ik voel me ook frisser nu ik een aantal kilo’s kwijt ben. Maar, het is moeilijk. Ik heb er aanleg voor om fors te worden. Zonder dat ik er erg in heb kom ik aan. En denk nou niet dat ik een hele dag loop te snaaien. Sinds februari loop ik stage bij een fysiopraktijk in Landsmeer. Samen met de trainingen maak ik lange dagen van half acht tot elf uur ‘s avonds. Ik merkte dat het invloed had. Op mijn spel, mijn conditie, mijn humeur. In die weken speelde ik niet best. Inmiddels heb ik mijn draai gevonden en kan ik goed omgaan met de drukte. Dat zag je meteen terug in de kruisfinalewedstrijden tegen Aalsmeer. Dat niveau moet de standaard. Voor iedereen.”
Want wat dat betreft lijken Hinskens en zijn ploeggenoten op exact het juiste moment in vorm te zijn. “Jaap Beemsterboer was echt fantastisch, Jordy Baijens speelde ijzersterk. Persoonlijk ging het ook lekker. Gedurende dit seizoen zijn verschillende spelers vorm geweest. Jan Josef was een periode erg goed, Igor Mrsulja won uit tegen Bevo voor ons de wedstrijd, Dani Baijens begon het jaar top. Kun je nagaan als iedereen goed speelt, hoe goed we dan kunnen zijn. De grote winst van dit seizoen is dat we niet meer afhankelijk zijn van één of een aantal bepalende spelers, zoals Jorn Smits vorig seizoen. We spelen in veel verschillende samenstellingen en kunnen op vrijwel alle posities variëren met spelers. En ondanks de vele blessures dit jaar zijn we nooit écht afgeschoten. Waar we vorig jaar nog wel eens met tien punten verschil konden verliezen, blijft dat nu beperkt tot twee of drie puntjes. Uitgezonderd de bekerwedstrijd tegen Lions (35-24 nederlaag, red.). Dat was een offday.”
Inmiddels loopt Hinskens al tien jaar mee in het Nederlandse tophandbal. Onlangs verlengde Hinskens zijn verbintenis met de club en de nieuwe trainer Peter Portengen ziet in de opbouwer een belangrijke pion voor het team van volgend seizoen. Samen met Tom Schilder en Léon van Schie behoort hij tot de ‘oudjes’ van het team. “Ik ga er alles aan doen om topfit aan het nieuwe seizoen te beginnen”, vervolgt de Limburger. “Dat is wat ik afgesproken heb met Peter. Dat hij het in mij ziet zitten geeft veel vertrouwen. Langzaam krijg je een andere rol binnen de groep. Ik ben van nature iemand die graag anderen helpt, dus die rol ligt mij goed. Een mooi moment was het toen Jordy Baijens tegen Aalsmeer hoorde dat hij moest starten, terwijl hij liever eerst vanaf de bank het spel leest. Toen ben ik even met hem gaan praten en hem vertrouwen gegeven dat hij het ook vanaf het begin kan laten zien. Hij speelde toen fantastisch.”
Zijn sociale houding slaat in het veld soms door. “Het blijft een verbeterpunt voor mij om meer voor mijn eigen kans te gaan. Ik ben soms te sociaal, zoek vaak de combinatie. Ik kan genieten van een mooie assist. Maar om dreigend te blijven moet ik ook voor het schot blijven gaan. Mijn schot is niet net zo goed als die van Jaap Beemsterboer, maar een slim schot langs het blok gaat me vaak goed af.”
Hinskens ziet Lions als de titelfavoriet, maar geeft zijn eigen team voldoende kansen om als underdog met de titel aan de haal te gaan. “Wij hebben dit seizoen nog niet goed tegen hun gespeeld. Het gelijkspel in de BENE-League, toen wij elf punten goedmaakten, dat is geen scoreverloop waar je je aan kan vasthouden. Maar, het is niet meer het Lions van twee jaar geleden. Toen had het Luc Steins en stond hun dekking als een huis. Het is een degelijke ploeg die het met hun snelle middenspelers moet hebben van de omschakeling. Wij zullen goed moeten afspreken welke spelers er direct opgevangen moeten worden. In de normale aanvalsopbouw zijn zij minder sterk. Misschien dat het nieuws van al die vertrekkende spelers nog onrust veroorzaakt. Het zou mij geen fijn gevoel geven als wij in die situatie zouden zitten. Als het publiek net zoals tegen Aalsmeer massaal achter ons staat, dan denk ik dat we Lions gaan pakken.”
Door: Sonny Sier