Wanneer ben je begonnen met handbal spelen?
,,Ik begon met handbal spelen toen ik zeven jaar oud was. Mijn vader speelde vroeger ook handbal. Toen vond ik het altijd al leuk, en had ik er veel plezier in. En dat gevoel neem ik nog steeds mee. Elke keer dat ik op het veld sta voel ik me weer dat kind.”
Hoe ben je hier gekomen?
,,Ik ben hier via Alex (Binderis). Ik heb hem leren kennen in Zweden en zo ben ik gevraagd hier te komen spelen. Ik wilde altijd al naar het buitenland en reizen, dat was mijn grote droom. Ik heb veel gepraat met Joost Ooms (algemeen manager) en Mark Ortega (coach), en uiteindelijk heb ik getekend, zelfs voordat ik ooit in Volendam was geweest. Het voelde goed, en dan doe ik het ook. Dan hoef ik niet meer extra na te denken en ik heb er nog geen moment spijt van gehad. Er is veel gebeurd in een korte tijd, maar ik ben erg blij hier te zijn.”
Wat vind je van het team?
,,Het team is geweldig, ze zijn mijn tweede familie. Na een moeilijke periode in mijn persoonlijke leven hebben ze mij gesteund. Mijn eigen familie is hier natuurlijk niet, dus je moet hier iets opbouwen. En met deze jongens voel ik me erg op m’n gemak. Het was wel even schakelen. Er zijn veel jonge jongens en ik ben een van de oudere, iedereen moet daarin even z’n plek leren vinden. We laten elkaar in waarde, en dat is onze kracht. Je ziet het ook in ons spel. Het eerste deel van het seizoen was het rommelig en waren we nog niet op elkaar ingespeeld. Dat zit nu veel beter. Het is een hele reis geweest, maar we zitten nu in een opwaartse beweging.”
Wat heeft je ertoe gezet om naar HV KRAS/ Volendam te komen?
,,De afgelopen drie jaar heb ik mezelf afgevraagd, waar wil ik naartoe, waar wil ik wonen. Ik heb in Canada gewoond, maar ja, daar spelen ze geen handbal. Toen heb ik ook wel echt gemerkt wat handbal voor mij betekent, ik miste het zo erg. Ik was al een aantal keer in Amsterdam geweest, dat is blijven hangen. Ik voelde me hier zo op m’n gemak, de mensen, de sfeer. Het liet me niet los. En toen kwam dit op m’n pad. Dat was natuurlijk geweldig. Ik had me dit nooit kunnen voorstellen, dat ik ooit in Nederland voor Volendam zou komen te spelen.”
Wat heeft ervoor gezorgd dat je hier blijft?
,,De voornaamste reden is natuurlijk handbal, daarvoor ben ik hier. Hoe hier het spel wordt gespeeld ligt mij goed. Het is vrij fysiek, dat was wel even wennen, in Zweden is dat anders. Maar wat mij heeft gegrepen zijn de mensen hier, de community. Mensen noemen Volendam een speciale plek, dat is het ook. Zodra je eenmaal in de groep zit, val je in een warm bad. Het leuke is dat als andere mensen hier komen, verstaan ze het Volendams niet, maar ik wel! Dus het is echt een combinatie van het handbal en de mensen hier, in Volendam en bij de club. Ik ben nog niet klaar hier.”
Hoe ga je de finales in?
,,Ik wil winnen. Ik wil de schaal met het team terugbrengen naar Volendam. Het is nu negen jaar geleden, dat is een lange periode. Nu is het tijd dat we weer gaan winnen. Ik heb er zelfs over gedroomd, een paar keer zelfs. Ik wil hier iets achterlaten. Elke keer als ik in de Opperdam train zie ik de banners met alle jaren dat we gewonnen hebben en de prijzen. Dat motiveert mij enorm. Ik wil daar ook hangen, met dit team. Het is goed voor de gemeenschap en de club als we nu weer gaan winnen. Dit team komt nooit meer terug, dat moeten we ons goed beseffen. We hebben allemaal het gevoel dat het kan, en we zijn zo dichtbij, nu moeten we gefocust blijven. We moeten nu alles eruit halen wat erin zit en ervan genieten.”
Heb je het vertrouwen dat jullie gaan winnen?
,,Natuurlijk! Tegen Aalsmeer is het altijd een lastige wedstrijd. De ene keer winnen wij, dan winnen zij, we zijn echt tegen elkaar opgewassen. Dat is leuk. We moeten er echt voor vechten, daarom moeten we gefocust blijven. We hebben een jong team, dat voel je. Het duurde dan ook even voordat we goed op elkaar waren ingespeeld, maar dat zit nu goed. We maken samen veel uren op het veld, dat schept een band. Daarom heb ik ook alle vertrouwen in de aankomende wedstrijden. Ik heb er erg veel zin in, en dat merk je ook als je er met mensen over praat, met de vrijwilligers en alle mensen er omheen, er zit hier veel passie.”
Wat heeft er volgens jou voor gezorgd dat jullie na dit seizoen toch de finale hebben kunnen bereiken?
,,Het was natuurlijk geen perfect seizoen. Het is wel zo dat al onze spelers individueel zo goed en sterk zijn, dat breng je allemaal samen in een team. Dan moet je werken aan de details om te zorgen dat het goed samenwerkt. Dat zie je terug in de wedstrijden. Sommige wedstrijden speelden we erg goed, maar er was geen consistentie – de wedstrijd erna konden we wel weer verliezen. Dat moest veranderen. Ook moesten we stress tijdens de wedstrijden verminderen zodat we minder fouten maken. Daarvoor moet je veel met elkaar praten, voor na en tijdens de wedstrijd. Je brengt veel tijd met elkaar door, dus je kan alles bespreken. Je hebt iedereen nodig, alleen samen kom je hier goed uit. Zodra iedereen het proces begreep en iedereen z’n rol accepteerde, ging het allemaal veel soepeler en in die positieve flow zitten we nu.”
Laatste vraag, wat zijn je doelen en verwachtingen voor volgend seizoen?
,,Het liefste zou ik hetzelfde team houden, maar dat kan natuurlijk niet. Voor volgend seizoen zou ik wat meer consistentie willen. Ook zou ik met het team gewoon wat meer lol maken, elkaar op verschillende manieren leren kennen, dat lijkt me leuk. Ik houd dezelfde mindset, en ik hoop dat ik dat het team kan meegeven. Ook hoop ik dat er meer internationals komen, dat zou dingen toch makkelijker maken voor me. Ik kijk uit naar samenwerken met de nieuwe coach, af en toe moeten wat dingen veranderen. We hebben hier veel jonge talenten, die kunnen we ook wat meer de ruimte geven. Voor mezelf wil ik Nederlands of Volendams leren! Handbalgericht wil ik een meer complete speler worden, sterk in de aanval en de dekking. Daarnaast wil ik de jongere jongens helpen beter te worden. En natuurlijk wil ik volgend jaar ook weer winnen, de beker, de schaal, alles. En dat dan hier mogen neerzetten, dat aan de mensen hier en de club geven. Dat lijkt me het allermooiste.”