Achttien jaar nog maar en dan zo excelleren tijdens de bekerfinale en afgelopen zondag in het eerste duel om de landstitel. Evan de Lange dwong lovende reacties af, bij zijn ploeggenoten en staf, bij de tegenstander en bij de kenners. De vorige zomer – samen met trainer Geert Hinskens – van Quintus gekomen tiener is dankbaar, maar verwijst meteen naar ‘het team’. ,,Als keepers moeten we zorgen dat we samen winnen. Dan zit de één lekker in de wedstrijd, dan de ander”, doelt hij op zijn kompaan onder de lat, Craig McClelland. De twee hebben een keeperstrainer met ongekend veel ervaring en kennis. ,,Gerry Eijlers begeleidt ons supergoed, de ervaring die hij meebrengt is enorm. We hadden meteen een klik met z’n drieën”, zegt De Lange.
Spelers uit Zweden en Frankrijk, een Amerikaanse coach; de laatste seizoenen werd HV KRAS/Volendam een smeltkroes van handballers van over de dorps-en landsgrenzen. Dit seizoen arriveerden twee Duitse opbouwers, is er een Portugees én – misschien het meest opmerkelijk – een Schotse keeper: Craig McClelland. De in Irvine geboren McClelland (24) begon pas op zijn zestiende met handbal. ,,Ik was voetbalkeeper en speelde ijshockey. Op een gegeven moment heb ik me meer op ijshockey gefocust, vervolgens vroeg een vriend van me of ik in het handbaldoel wilde gaan staan, want ze hadden geen keeper. Kwam ik daar in korte broek en een shirt met korte mouwen, zag je vervolgens overal plekken op mijn armen en benen van de harde ballen”, breekt een grote lach door.
Via Livingston maakte hij de stap naar handballand Denemarken. ,,Ik speelde in het jeugdteam van Groot-Brittannië. We zijn geen grote handbalnatie, maar speelden goed in bepaalde interlands. Zelf ging ik naar de academie van het Deense Aarhus en meerdere jongens maakten die stap, om zo te proberen het niveau van Britse jonge spelers omhoog te pushen. We hadden een Portugese coach bij het nationale team en ik vroeg hem of hij dacht dat ik me ergens verder kon ontwikkelen en hij vond van wel. Hij bood me zijn hulp aan om bij een club in Portugal aan de slag te gaan. Na twee jaar bij Aguas Santas speelde ik afgelopen seizoen als eerste Schotse prof bij Vitória. Dat waren grote springplanken en vervolgens kwam er nog zo’n kans op een ‘massive stepping stone’”, doelt hij op KRAS/Volendam.
,,Ik heb enkele goede coaches gehad om van te leren, verschillende handbalstijlen. En dat is nu hier ook. Dit was wel verrassend. Ik hoorde van de interesse van Volendam en anderhalve week later verhuisde ik naar hier. I love being here. De mensen, de omgeving.” Hij heeft een bevlogen keeperstrainer met Volendammer Gerrie Eijlers, die jaren achtereen in de Bundesliga keepte. ,,Hij laat me elke dinsdag en donderdag kapot gaan op de training, maar ik houd er van om zo te trainen. Dit is het best voor mij, om te leren van zulke mensen met ervaring. Hij is gepassioneerd, geeft zoveel tips, let op de kleine details. Iedere keeper heeft een eigen stijl, ook ik. Maar ik probeer ook toe te passen wat ik nog niet had en Gerrie me aanreikt.” ,,Craig heeft een andere stijl van keepen en zo vullen we elkaar aan”, zegt collega Evan de Lange. ,,Dat snelle Schotse accent? We wonen ook nog eens samen – ook met Wessel Blokzijl – dus dat scheelt. We zijn vrienden, ik gun hem alles en ik weet dat hij mij ook alles gunt. We spelen natuurlijk heel anders. Hij is vrij groot en ik moet het vooral hebben van mijn reactie en mijn snelheid, dus we zien ook elkaars minpunten en pluspunten en zo kunnen we daarvan leren en groeien.”
Voor zijn geboorte was de vader van Evan, die begon bij Dios, ook handbalkeeper geweest en zijn oma speelde in het nationale team van Slovakije. ,,Ik kom uit een handbalfamilie. Ik leerde van mijn vader, buiten de training om, heel veel en dingen. Wat hij deed ging ik nadoen en proberen. Mijn familie is nu ook nog heel erg betrokken bij mijn handbal. Als mijn opa en oma kunnen komen, dan zijn ze er. Dankzij mijn opa ben ik op handbal gegaan, ze zijn er altijd voor me.”
De carrière van Evan heeft zich snel ontwikkeld, want het vorige seizoen begon hij nog in de A-jeugd van Quintus en gedurende dat seizoen maakte hij zijn debuut in de hoofdmacht, onder Geert Hinskens. ,,Het was steeds een stijgende lijn. Op een gegeven moment is dat wel voorbij, toen was de hype er een beetje vanaf en moest ik leren om daar mee om te gaan. Als je nieuw bent, zeker als keeper, en je doet gekke dingen zoals een beweging die niet iedereen verwacht, dan is het nog bijzonder. Als na een tijdje alle schutters de video’s hebben bekeken, dan wordt het zoeken, samen met de mensen om je heen, naar verbeteringen. Ik heb toen gelukkig de mensen om me heen gehad om te leren hier mee om te gaan. Je kunt niet altijd blijven stijgen en van de momenten dat het tegen zit leer je het meest. Dan moet je de kop omhooghouden en doorgaan.”
,,Toen Volendam me benaderde en ik hoorde dat Geert Hinskens en Gerrie Eijlers coach en assistent-coach werden, hakte ik de knoop door. Omdat ik ze beide al kende – Gerrie geeft ook training bij de Handbalacademie – en het voelde vertrouwd.” Hij kwam als youngster. ,,Voor mij is het nooit anders geweest om als ‘jonkie’ de oudere, meer ervaren spelers, te moeten aansturen. Ik moet wel, want de ballen komen wel. In de groepsdynamiek ben ik niet iemand die vanaf dag één mijn bek open trekt of naast mijn schoenen loopt, maar ik laat niet over me heen lopen. Ik sta wel mijn mannetje als het moet en ik denk wel dat dat heeft meegeholpen met het groepsproces voor mij als keeper. Daarnaast is de sfeer in het team echt geweldig. Ik zou het niet anders willen hebben.”
Adrenaline
In de bekerfinale steeg hij naar grote hoogte. ,,Ik kwam naar Volendam om de beste keeper van Nederland te worden”, zegt hij ambitieus. ,,Enerzijds had ik nooit verwacht een paar weken geleden in Almere voor een volle hal die bekerfinale te keepen. Maar als gevraagd wordt om er te staan, dan móet je er staan, dan maakt leeftijd niet meer uit. Dat heb ik ook van Gerrie meegekregen.” Na enkele fantastische reddingen nam De Lange telkens het Volendamse publiek mee, opzwepend. ,,Dan is uitstraling in het veld belangrijk. Je moet de bank en het publiek af en toe meenemen, zeker in zo’n finale. Ik ben dankbaar voor de kansen die ik krijg. De dekking excelleerde, de aanvallers scoorden. En dan het publiek dat zo meeleefde, ze droegen ons echt. Daar gaan we als team goed op. Ik houd daar ook erg van, merk dat ik daar ook op reageer. De adrenaline komt er dan echt uit. Dat zat wel in de buurt van de mooiste dagen van mijn nog jonge leven.”
Daar voegde hij zondag in Sittard, waar hij de beste van het veld was, aan toe. ,,Ik geniet van het moment, maar de volgende dag is het wel weer ‘aan de bak’, want er komt weer een wedstrijd aan. De sfeer hier is wel echt anders dan je bij andere verenigingen ziet. Af en toe vind ik het echt jammer om naar huis te gaan. Het echte clubgevoel is hier nog echt. En daar hou ik wel van. Ik ben blij dat ik er sowieso nog een seizoen zit. Ik wil vooral gelukkig worden en doen wat ik leuk vind. Ik heb altijd al gezegd: ik wil dat ik het voor mezelf kan verantwoorden en het maakt me niet uit wat andere mensen vinden. Of ik nou linksom ga of rechtsom, mensen zullen altijd wel ergens iets van vinden en dat is lekker hun probleem.”
,,De band tussen mij en Evan is heel goed, ik heb nog nooit zo’n band gehad in elk ander team waar ik in heb gespeeld”, zegt Craig McClelland. ,,We zijn er voor elkaar. Als Evan speelt support en help ik hem, en andersom is dat ook zo. Evan is meer explosief, springt veel, gooit zijn lijf erin en ik probeer groot te blijven en mezelf te verspreiden over het doel. Ik wil het schot lezen, goed voorbereiden door alles te analyseren. Samen met Gerrie kijken we beelden van wedstrijden en tegenstanders. Ik heb dyslexie, dus voor mij moet alles visueel worden gemaakt. Daarbij schrijf ik alles gedetailleerd op en zo moet ik zorgen dat ik de patronen van een speler herken.”
,,Natuurlijk speel ik het liefst zelf, maar ik ben heel blij als Evan een goede wedstrijd speelt. Van Gerrie heb ik dit seizoen ook een andere keepersstijl geleerd. In het begin van de competitie kon ik niet spelen vanwege een voedselvergiftiging en de eerste thuiswedstrijd was een nachtmerrie. Daarna ging het gelukkig beter.” ,,Hoe logisch het is dat een Schotse speler naar Volendam komt? Helemaal niet. Ik ben de eerste Schotse profspeler hier in Nederland. Ik vind de Volendamse fans heel fijn, het dorp ook. Het is anders dan waar ik hiervoor heb gewoond. Ik word ook wel eens herkend door mensen. Gister toevallig in de supermarkt, toen kwam een vrouw naar me toe, ze zei dat ik bepaalde dingen niet mocht eten omdat ik me goed moest voorbereiden op de finale. Dat vind ik leuke momenten. Ik wist niet eens wie ze was, maar kennelijk wist ze wel wie ik was.”
,,Je merkt natuurlijk wel dat voetbal hier een hele grote sport is. Super leuk natuurlijk en verdiend, maar soms zou ik het ook leuk vinden als wij wat meer aandacht kregen. Als je kijkt naar het seizoen, wat we nu hebben bereikt, daar zou gerust wat meer over gepraat worden en gevierd mogen worden door meer mensen in het dorp. Dat gun ik de club ook. Ik denk niet dat veel mensen weten hoe bijzonder het is wat wij hebben neergezet dit jaar. Bekerwinnaar met zo’n jong, nieuw team is een geweldige prestatie. Onze vaste fans maken echt het verschil. Ik kan niet wachten tot we zondag thuis spelen. Ik hoop dat we een volle zaal hebben met veel geluid! Dat zou geweldig zijn. Tijdens de bekerfinale had ik kippenvel. Onze ploeg is jong, wat een sterke band creëert. Als we met kracht en passie spelen, voor elkaar door het vuur blijven gaan, dan kunnen we samen nog mooie dingen bereiken.”
Foto: Joyce Loch