In Volendam woonachtige Leon Geus stopt er nu écht mee

In Volendam woonachtige Leon Geus stopt er nu écht mee

zaterdag 25 juni 2022

Artikel uit de Finalekrant van HV KRAS/Volendam en NIVO

‘HET WAS WEER EEN BEETJE ALS VROEGER’

Bij het ontvangen van de afscheidsbloemen uit Aalsmeerse handen – voordat de landskampioen zelf gehuldigd werd – deed Leon Geus zijn uiterste best om zijn tranen te bedwingen. Even later viel hij geëmotioneerd in de armen van zijn ouders. ,,De tv-camera’s zijn op je gericht en normaal gesproken ben ik niet zo snel emotioneel. Maar ik voelde het wel. Dus toen ik vervolgens mijn ouders zag… Zij brachten en haalden me vanaf mijn tiende naar en van Volendam en hebben jarenlang veel tijd en brandstof geïnvesteerd. Dan komt alles er van de afgelopen twaalf jaar – op zijn negentiende vestigde hij zich in Volendam – even uit.”

Als tienjarig Hoorns jochie meldde Leon Geus zich voor het eerst op de training bij HV Volendam. ,,Ik kwam van Zwaluwen’30 en was de enige tussen alle Volendammers toen ik op mijn elfde de overstap maakte. Het kwam toen nog niet vaak voor dat een kind van buiten mee kwam trainen en overkwam. Het eerste team maakte stappen, ging naar het landskampioenschap en er kwam een jeugdplan onder leiding van Claus Veerman.” Leon debuteerde op zijn achttiende in de hoofdmacht. ,,Ik kon naar een andere club, vroeg mezelf af of ik klaar was voor het eerste en besloot te blijven. Aanvankelijk zat ik veel op de bank hier, vervolgens had ik een vaste plek op de linkerhoek.” En was hij onderdeel van de successen. ,,We wonnen alle prijzen, speelden in de voorronde van de Champions League en in die periode heb ik ook twee A-interlands gespeeld. Als 22-jarige, dat was hartstikke mooi. Wat ik van toen nog weet, was dat ik in de jeugdopleiding altijd korte termijn-doelen had, daarna kwam het eerste in het zicht en in dat ene jaar kwam alles samen. Ik heb nooit de ambitie gehad om in het buitenland te spelen. Ik zat hier goed. Wilde hier wel blijven wonen en ondertussen werkte ik aan een maatschappelijke carrière.”

Dat leidde er toe dat hij bij KPN als regiodirecteur aan de slag ging en het handbal vaarwel zei, maar het ging toch weer kriebelen. Toen de Amerikaanse coach Mark Ortega het gesprek aanknoopte, dook Geus toch weer de zaal en het krachthonk in. ,,Ik gaf het maatschappelijke meer voorrang, maar het bloed kroop toch waar het niet gaan kan. Alleen moest ik er wel meer voor doen om fit te blijven en als ik het doe, ga ik er niet half in. Ik ben blij dat ik die terugkeer heb gemaakt, ook al is acht keer trainen naast het werk een opgave. Ik kan nu zeggen dat ik er nog één keer voor gegaan ben. Het was niet helemaal het einde dat ik had gewild, maar ik heb vrede bij het afscheid.” Hij hoopte uiteraard nog één keer die kampioensschaal in zijn handen te mogen houden en te delen met het handbalpubliek. ,,Ik merkte in de eerste finalewedstrijd al dat we de score niet konden uitbouwen, we moesten hard werken om een of twee punten verschil aan te houden. Niemand van ons kwam in de flow. Dan weet je dat als je een of twee keer mist, dat Aalsmeer wel jongens heeft die in de flow zaten en goed in de systemen zaten. Vervolgens kwam de fase dat we het individueel wilden beslissen, naar het midden gingen handballen, maar meer de flanken hadden moeten gebruiken. Daar ligt ook een kracht van ons en daar lag ruimte. In de video-analyse zagen we dat en sloegen we onszelf voor de kop. Maar in de return lieten we het daar ook liggen. Dan mag het kennelijk niet zo zijn.” ,,We hadden al vroeg in de wedstrijd veel balverlies, misschien was het de druk, stress of onzekerheid. Op die details komt het wel aan in de finale.” Geus probeerde als reserve medespelers aan te sturen en sprak ook even met coach Ortega. ,,In mijn werk coach ik ook veel mensen, dus ik probeerde nu ook iets bij te dragen vanaf de bank. Jongens helpen te herinneren aan wat we hadden afgesproken, want in het veld ben je zo gefocust op andere dingen. Maar het liep vast. Er gingen basale dingen mis bij ons, we lieten de bal niet lopen, waren veel te slordig. En lieten bijvoorbeeld Tim Bottinga heel dichtbij komen, waardoor hij een podium kreeg om in de flow te komen en de wedstrijd te beslissen. Aalsmeer wisselde door en had ook jeugd in de ploeg staan, durfde de keuze te maken om de grote mannen op de bank te zetten en de jonkies er in te zetten. Wij leunden op één team, dat er in de weken daarvoor ook stond, maar als het dan niet loopt, dan is het voor anderen moeilijk om het alsnog in te vullen.”

Hij mocht zelf ook nog zijn opwachting maken. ,,Maar op dat moment sta je er tien achter, met minder dan een kwartier te gaan. Dan sta je met pijn in je hart in het veld. Je hoopt het met de jongens die er in komen nog naar zes goals verschil te trekken, sowieso voor de supporters die mee zijn gekomen. Maar dat lukte ook niet meer.” En dus was het zondag abrupt afgelopen voor hem. ,,De afgelopen maanden besef je dat je de keuze hebt gemaakt om te stoppen, dat je een mooie carrière hebt gehad, maar je bent zo gefocust op de trainingen en wedstrijden die komen gaan. Dan komen die finales: elke dag dat het dichterbij komt, weet je dat het over kan zijn. En sta je stil bij alle mooie dingen die je hebt beleefd. Als je handbal speelt, zit je in de tunnel. Als het dan opeens stopt, dan komen de herinneringen boven. Je beleeft het onderweg wel, maar achteraf waardeert je het pas echt.” Zondagavond bleven daarom de emoties vloeien bij de Westfries. ,,Je medespelers worden je maatjes, je ziet ze net zoveel als je collega’s van het werk en je familie. Bij de club heb ik ook een familieband opgebouwd, zo voelt het. Ik blijf er bij horen, maar zal op een andere manier betrokken zijn. Handbal is weer meer gaan leven in Volendam. Het was weer een beetje als vroeger, dat allerlei mensen je weer succes wensten.” Hij maakte nog de rit over de dijk mee als landskampioen. ,,Gouden tijden. Als sporter het mooiste om mee te mogen maken, spelen in die ambiance en dan het feest met de betrokken mensen. Dat zijn de mooiste jaren geweest. Het topsportboek is nu dicht. Over een tijdje zou ik mijn trainersdiploma’s willen halen en iets voor de jeugd hier willen betekenen. En ik blijf nog twee keer per week trainen bij Heren 2."

Tekst: Eddy Veerman

Foto: clubfotograaf John Loch